Het doel van het project Sporen van Slavernijverleden in Gelderland is het zichtbaar maken en behouden van Gelderse sporen van het slavernijverleden. We richten ons op de periode van Nederlandse kolonisatie wereldwijd. Het project bestaat uit verschillende onderdelen:
We starten met het doen van onderzoek naar de sporen, waarbij we periodiek een Spoor van de maand publiceren. Door middel van interviews verzamelen we persoonlijke verhalen, zowel van nazaten van tot slaafgemaakten als nazaten van (plantage) eigenaren. In dit kader organiseren we ook enkele genealogie bijeenkomsten. Voor de Gelderse erfgoedinstellingen geven we trainingen en workshops over hoe het slavernijverleden te traceren is en zichtbaar te maken voor publiek.
De resultaten van het project publiceren we online en in een uitgave. Dans- en theatermaakster Farida Nabibaks vertaalt de uitkomsten naar een dans/theater voorstelling.
Erfgoed Gelderland heeft een initiërende en faciliterende rol en zorgt voor het betrekken van samenwerkingspartners en coöperatieleden bij het project. De looptijd van het project: 2020-2021.
Afbeelding: Van boven naar onder (links naar rechts): Archiefstuk over de Surinaamse plantage ’t Eijland ook wel geschreven als Tijland (Gelders Archief), Gelegenheidsglas (1764) gemaakt door Simon Jacob Sang, met afgebeeld: Surinaamse plantage Kleinslust afgebeeld (Museum Arnhem), Huis Djoerang te Zoelen, vernoemd naar de plantage Djoerang op Java van de familie Hasselman, vanaf ongeveer 1850 de bewoners dit huis in Zoelen (foto: Rijksmonumenten), Barbara Esseboom en Joyce van Steenveldt doen onderzoek in het Gelders Archief, Uitsnede van het portret van ‘Kees Pop’ gewonde KNIL-militair tijdens zijn verblijf in het Koloniaal Werfdepot in Harderwijk, Isaac Israels, 1882 (collectie Rijksmuseum)