Onderzoek naar naoberschap in de Achterhoek
De term ‘naoberschap’ kom je tegenwoordig weer op allerlei plekken tegen in de Achterhoek. Je vindt het in namen van commerciële bedrijven, op etiketten van bierflesjes, in toeristische promotiefolders en in politieke leuzen. Naoberschap kun je – in het kort – omschrijven als burenhulp, maar daarmee is de kous natuurlijk verre van af. Waar komt het begrip naoberschap vandaan? Is naoberschap een Nedersaksische traditie? En hoe veranderde de invulling van deze term in de afgelopen eeuw? Junior-onderzoeker Evelien Rombouts zocht naar antwoorden op deze vragen. Haar onderzoek zal binnenkort in het jaarboek Bijdragen en Mededelingen Gelre 2024 verschijnen.
Historicus Evelien Rombouts dook het afgelopen jaar gedurende zes maanden in de geschiedenis van naoberschap in de Achterhoek als junior-onderzoeker. ‘Tijdens mijn onderzoek richtte ik me op de periode tussen het einde van de 19de eeuw tot nu. Ik keek naar verschillende (soorten) publicaties waarin de term naoberschap ter sprake kwam: denk aan toeristenboekjes, wetenschappelijke studies van volkskundigen en krantenartikelen. Ik wilde onderzoeken hoe mensen over naoberschap schreven. Wat betekende naoberschap voor hen? Het thema naoberschap staat in veel regio’s hoog op de onderzoeksagenda. Ook in Overijssel en Drenthe wordt er momenteel onderzoek gedaan naar de regionale identiteit en de rol van naoberschap daarin.
Junior-onderzoekers van de Gelderse leerstoel
De junior-onderzoekers worden aangesteld vanuit de provinciale leerstoel Gelderse geschiedenis. Zij worden betaald om een half jaar lang een thema of onderwerp in de Gelderse geschiedenis uit te diepen. De resultaten werden meestal gepubliceerd in het jaarboek Bijdragen en Mededelingen Gelre. In de afgelopen jaren zijn er verschillende junior-onderzoekers in de archieven gedoken. Ze onderzochten onder meer naar de demografische ontwikkeling in Gelderland, de Tachtigjarige Oorlog in Groenlo, Nijmegen als Hanzestad, de rol van voetbalclubs bij identiteitsvorming, de grensverandering in de Liemers in 1816/1817 en beladen erfgoed. Je vindt alle junior-onderzoekers op de website van de Radboud Universiteit.
De meerdere kanten van naoberschap
Allereerst, is er wel een antwoord mogelijk op de vraag: wat is naoberschap? Evelien: ‘Er is niet één strak omlijnde definitie. Naoberschap kan meerdere connotaties hebben. Het kan een mooi middel, idee of initiatief zijn waarmee mensen elkander een helpende hand bieden. Het benadrukt saamhorigheid: voor elkaar klaarstaan en samen problemen oplossen. Toch zien we tegelijkertijd dat het begrip naoberschap zelden ‘neutraal’ wordt gebruikt. Nu zien we bijvoorbeeld dat naoberschap in de commerciële en in de toeristische sector wordt aangehaald om een zekere exclusiviteit te promoten. In de politieke en maatschappelijke hoek zet men het begrip naoberschap in om zich af te zetten tegenover andere (randstedelijke) regio’s. Het is dus belangrijk kritisch te kijken naar hoe het woord wordt gebruikt en in welke context.’
Een instrument
Het viel Evelien op dat naoberschap in de geschiedenis vaak werd ingezet als instrument. Evelien: ‘Het maakt in dat opzicht weinig uit of je naar de bronnen uit de 19de eeuw kijkt, uit de jaren ’50 van de vorige eeuw of uit de laatste 10 jaar. Naoberschap wordt nagenoeg voortdurend gekoppeld aan een bepaald nevendoel. Zo zien we dat in het einde van de 19e eeuw buitenstaanders heel romantisch schreven over naoberschap: men gebruikte het om zich af te zetten tegen de industriële stedelijke samenleving in het westen van het land. In de jaren ’50 werd er juist weer heel afkeurend over gesproken door sociologen: naoberschap werd toen beschouwd als een gedateerd idee uit het verleden. Het paste niet meer in een maatschappij waarin steeds meer de nadruk werd gelegd op individualisering.’
In de tweede helft van de afgelopen eeuw schoof het begrip langzamerhand weer wat meer naar de achtergrond. Tot circa 15 jaar geleden. ‘We zien een algemene opleving van de regionale identiteit. De term naoberschap werd geherintroduceerd en het gebruik hiervan werd flink gestimuleerd, ook vanuit de lokale politiek. Dit is in een hele korte tijd gebeurd. De vlag van de Achterhoek is ook pas in 2018 geïntroduceerd. Net zoals naoberschap is het niet meer weg te denken uit de regio.’
Tussen het onderzoek en het erfgoedveld
Evelien kijkt positief terug op haar tijd als junior-onderzoeker. ‘Deze functie geeft jonge historici de mogelijkheid om te kijken of een carrière in het onderzoek iets voor hen is. Het onderwerp was weliswaar bepaald, maar verder had je veel mogelijkheden om zelf de richting, bronkeuze en periode te bepalen. Aan het einde van de rit zit je zo diep in het onderwerp, dan is het extra leuk (en natuurlijk ook een uitdaging) om hier iets over te vertellen.’
Evelien werkte op het kantoor van Erfgoed Gelderland. Dat bracht voordelen mee, merkte Evelien op. ‘Je hebt hierdoor een mooie verbinding met het erfgoedveld van de coöperatie: de lijntjes met musea zijn kort. Het is belangrijk om van de erfgoedsector op de hoogte te zijn, ook als onderzoeker. Er zijn veel musea, archieven en bibliotheken die veel kennis en interessante bronnen bieden. De voornaamste tip die ik aan jonge historici zou willen meegeven: gebruik dit erfgoedveld. Zij kennen hun collectie het allerbeste.’
Meer weten?
Evelien publiceert haar onderzoek in het jaarboek Bijdragen en mededelingen Gelre van Vereniging Gelre dan in het begin van 2025 zal verschijnen. Op 17 januari 2025, tijdens de presentatie van het jaarboek, zal Evelien ook een lezing geven: ‘Naoberschap: een (her)uitgevonden traditie?’ De boekpresentatie van Vereniging Gelre vindt plaats in het Huis der Provincie in Arnhem, tussen 15:00 en 17:00 uur. Wil je graag bij deze bijeenkomst aanwezig zijn? Je kunt je aanmelden via info@vereniginggelre.nl. Benieuwd naar het programma? Hou dan de website in de gaten van Vereniging Gelre.