Else Gootjes wint Prodesseprijs voor project ‘Sporen van slavernijverleden in Arnhem’
Op 12 oktober werd de jaarlijkse Prodesseprijs van het Arnhems Historisch Genootschap Prodesse Conamur uitgereikt. Het thema van dit jaar was: ‘Arnhem de genoeglijkste?’ Else Gootjes nam deze prijs in ontvangst vanwege haar rol in het project ‘Sporen van slavernijverleden in Arnhem’.
Prodesseprijs 2024: De genoeglijkste stad?
Arnhems Historisch Genootschap Prodesse Conamur reikt de jaarlijkse prijs uit aan een persoon of instelling die een bijdrage heeft geleverd aan het in beeld brengen van de Arnhemse geschiedenis. Het thema van dit jaar verwijst naar de tekst op de gevel van het Duivelshuis, te weten: ’Nijmegen de oudste, Roermond de stoutste (i.e. dapperste), Zutphen de rijkste, Arnhem de genoeglijkste (i.e. aangenaamste)’. Maar was Arnhem voor iedereen wel de ‘genoeglijkste’ stad om in te werken en te wonen? Welke ongelijke sociale verdeeldheid ging er schuil achter de welvaart van het zogenoemde Haagje van met Oosten, met haar parken, landhuizen en buitenplaatsen?
De Prodesseprijs werd uitgereikt aan een persoon of instelling die deze geschiedenis liet zien. Activiteiten, evenementen, films, boeken en toneelstukken konden afgelopen zomer ingediend worden bij Prodesse Conamur. Van de inzendingen werden drie personen genomineerd. Elyze Storms-Smeets met het onderzoeksproject ‘Oorlog in Arcadië, 1940 – 1945’ van het Gelders Genootschap en de Nederlandse Kastelenstichting. Kunstenaar en ontdekkingsreiziger Hans Jungerius, met het project ‘Verborgen landschap’. En Else Gootjes van Erfgoed Gelderland, met het project ‘Sporen van Slavernijverleden in Arnhem’.
Het verhaal achter de buitenhuizen, kastelen en parken van Arnhemverleden in Arnhem
De prijsuitreiking vond plaats in de Eusebiuskerk op 12 oktober als onderdeel van de Dag van de Arnhemse geschiedenis. Else Gootjes nam de Prodesseprijs in ontvangst. Else en het projectteam hebben het afgelopen jaar onderzoek gedaan naar ‘Sporen van Slavernijverleden in Arnhem’. In dit onderzoek, uitgevoerd in opdracht van de gemeente Arnhem, wordt de geschiedenis van slavernij van de stad Arnhem (tussen ca. 1600-1900) in kaart gebracht. Wat was de rol van de Arnhemse stadsbestuurders en (welgestelde) Arnhemse families, met hun indrukwekkende huizen en kastelen? Welke tegengeluiden waren er? En hoe kijken de nazaten uit Arnhem en omstreken terug op de geschiedenis van hun voorouders?
Het onderzoek geeft inzicht in de sociale verhoudingen en koloniale belangen en levert daarmee een ander perspectief op de Arnhemse geschiedenis – het verhaal achter de kastelen, buitenhuizen en welvaart van het Haagje van het Oosten. ‘De geschiedenis van het slavernijverleden is niet weg te denken uit de Arnhemse geschiedenis. Het is veel dichterbij dan mensen soms denken’, vertelt Else Gootjes. ‘Het rapport is daarom ook een uitnodiging voor verder onderzoek naar dit verleden en om dit verleden ook zichtbaar te maken naar het publiek.’
De jury van de Arnhemse Prodesseprijs schreef onder meer over ‘Sporen van het Slavernijverleden in Arnhem’ het volgende: ‘Het onderzoek geeft een gevarieerd en ‘veelkleurig’ beeld van deze periode (…). Voor vervolg- initiatieven en publicaties is het rapport een stevige basis en een rijke bron tegelijk’. Je kunt het volledige onderzoek ‘Sporen van het Slavernijverleden in Arnhem’ online lezen.
Aankomende vrijdag zullen Else Gootjes en Aschwin Drost meer vertellingen over het onderzoek, tijdens een lezing in Wijkcentrum de Bakermat te Arnhem. Kijk voor meer informatie over deze lezing op de website van Prodesse Conamur.