
Serie schadefactoren – Deel 8
Binnen het vakgebied beheer en behoud kennen we tien schadefactoren: fysieke krachten, diefstal en vandalisme, brand, water, ongedierte en schimmels, verontreiniging, licht en straling, verkeerde temperatuur, verkeerde luchtvochtigheid en informatieverlies. Alle risico’s op schade in de erfgoedsector zijn onder deze tien schadefactoren te verdelen. Preventieve conservering is erop gericht om deze schadefactoren te voorkomen. In een serie behandelen we telkens een van deze schadefactoren.
Deel 8 Ongedierte en schimmels
Om verdere verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, zijn alle musea tijdelijk gesloten. Wat heeft deze maatregel voor consequenties voor het behoud en beheer van de collecties? Er is minder activiteit in het museum, waardoor onder andere ongedierte vrij zijn gang kan gaan. Dit moeten we voorkomen.
Ze laten sporen achter, je weet dat ze er zijn, maar je ziet ze niet altijd. We hebben het over ongedierte en schimmels. Keutels, gaatjes in hout, zaagsel rondom objecten en donzige oppervlakken zijn enkele kenmerken van de aanwezigheid van ongedierte of schimmel. Veel materialen vormen een voedingsbron voor deze indringers. Hout, textiel, leer en papier zijn favoriet.
Door te monitoren kun je controleren of er ongedierte en schimmels bij de collectie komen. Doe dit regelmatig met bijvoorbeeld plakvallen. Zo kom je erachter wat er rondloopt in het gebouw.
Wanneer schade door ongedierte of schimmel is geconstateerd binnen een collectie, is het noodzakelijk dat aangetaste objecten worden geïsoleerd om verdere verspreiding te voorkomen. Vervolgens is het belangrijk te achterhalen met welke soort je te maken hebt.
Als dat duidelijk is kan er een bestrijdingsplan worden opgesteld, specifiek tegen de aangetroffen indringer. Dit is belangrijk, want sommige bestrijdingsmethodes zijn niet effectief tegen de verschillende organismen. Voorbeelden van bestrijdingsmethoden zijn; vallen, vriezen, hittebehandeling, gammastraling, gifstoffen of lage zuurstof behandeling. Alle behandelingen hebben voor- en nadelen en zijn wel of niet toe te passen op het geïnfecteerde object. Overweeg deze goed, voordat je actie gaat ondernemen.
Uiteraard is voorkomen beter dan genezen. Om de aanwezigheid en schade door ongedierte en schimmels te voorkomen is het belangrijk om de ruimte zo onaantrekkelijk mogelijk te maken. Schimmels en insecten gedijen uitermate goed in vochtige en warme omgevingen. Let erop dat de luchtvochtigheid niet boven de 60% komt en de tempratuur niet hoger dan 20 graden Celsius. Zorg ervoor dat toegangswegen voor ongedierte zijn geblokkeerd en er geen voedingsbodem te vinden is, zoals etensresten, stof en vuil. Daarnaast is het van belang te blijven ventileren, ook als het museum gesloten is. Zo krijgen schimmels minder snel de kans om zich te ontwikkelen.
Er is een checklist opgesteld voor museummedewerkers die in deze tijden alsnog goed voor hun collecties moeten blijven zorgen. Want naast ongedierte en schimmels speelt ook het klimaat een belangrijke rol in het collectiebeheer. Bekijk hier de checklist, opgesteld door Art Salvage, en zorg dat u bent voorbereid op de mogelijke risico’s.
Wat doen wij?
Erfgoed Gelderland biedt een Beheer en Behoud cursus aan. Tijdens deze cursus wordt onder andere behandeld hoe je preventief kan optreden tegen schade door ongedierte en schimmels. Ook kunt u contact opnemen met uw museumconsulent.
Afbeelding: Stuk hout met sporen van houtworm